Zweefvliegen
Ze lijken vaak op wespen of bijen, voor hun eigen veiligheid, maar steken niet
Gepubliceerd: 12 juli 2024
Een zomergevoel
Afgelopen donderdag heb ik weer vlinders geteld in het Zwanenwater. Nog steeds vliegen er bijna alleen maar bruine zandoogjes en nog steeds maar één icarusblauwtje op de hele route. Wel op een ander deel van de route, dus het is niet dezelfde individu als een paar weken geleden.
Het is deze donderdag echt heerlijk weer, het zonnetje schijnt tussen de paar witte wolkjes door en de wind is niet zo heel krachtig. Tussen de vegetatie door vliegen tientallen sint-jansvlinders. Deze dagactieve nachtvlinders zijn zwart met rode vlekken en kruipen met dit mooie weer uit hun geel met witte pop die aan een stevig grasje is bevestigd.
Vooral in het begin van het Zwanenwater zitten deze dag opvallend veel zweefvliegen op het gele duinkruiskruid. Ik hoor sommige soorten duidelijk zoemen als ik te dichtbij kom voor een foto en ze even opvliegen om een meter verder weer op een bloem te landen. Door dit geluid voelt het vandaag extra zomers aan.
Vermomming
Veel van deze zweefvliegen hebben zich overigens vermomd als bij, wesp of hommel. Hierdoor zijn ze redelijk veilig voor roofdieren, maar helaas minder veilig voor sommige mensen die, op de een of andere manier, gelijk bang zijn voor een steek als ze er een zien. Alsof een bij, wesp of hommel zonder enige aanleiding een mens zou steken. Deze manier van vermommen heet overigens mimicry en dit komt niet alleen bij zweefvliegen voor.
Hoe hou je een zweefvlieg uit elkaar van een vliesvleugelige (bij/wesp/hommel)?
Eigenlijk zijn ze redelijk makkelijk uit elkaar te houden, dus het is zonde dat er nog steeds veel mensen zijn die dit niet weten. Persoonlijk kijk ik altijd als eerste naar de lengte van de antennes. Zweefvliegen hebben deze vaak niet! Ze hebben alleen twee kleine knopjes die wel iets van een neusje met een haar erop wegheeft. Enkele soorten zweefvliegen, bijvoorbeeld glanszweefvliegen, fopblaaskop, fopwesp en knikspriet, hebben iets langere antennes, maar die zijn drieledig en onbeweeglijk. Bij vliesvleugeligen bestaan de antennes uit er meer dan drie leden en deze kunnen wel bewegen.
En ook nog!
Nog enkele opvallende verschillen zijn hun vleugels. Zweefvliegen hebben er twee, vliesvleugeligen hebben er vier. Een zweefvlieg heeft bovendien vaak geen taille, terwijl vliesvleugeligen er vaak wel een hebben. Hun ogen verschillen ook. Zweefvliegenogen zijn bijna rond en vullen een groot deel van hun kop en de ogen van vliesvleugeligen zijn langwerpig en vullen een minder groot deel in van de kop.
Wat die ogen ook nog laten zien…
… is of je met een mannetje zweefvlieg of een vrouwtje zweefvlieg te doen hebt. De ogen van de mannetjes raken elkaar boven op de kop en bij de ogen van de vrouwtjes zit een ruimte tussen de ogen. Dit is echter geen heel harde regel, want er zijn ook enkele soorten zweefvliegen waarbij bij zowel de mannetjes als de vrouwtjes de ogen gescheiden zijn. Toch zijn ook hier de sekse uit elkaar te houden, omdat de ogen van de vrouwtjes verder uit elkaar staan vergeleken met die van de mannetjes van dezelfde soort.
Weetje
Volwassen zweefvliegen leven vrijwel altijd van nectar en stuifmeel. De larven van zweefvliegen zien er verschillend uit. Je vindt de larven van zweefvliegen, zowel op land als in het water. Net als andere insecten, nemen in Nederland ook de zweefvliegen qua aantallen af, zowel in aantallen soorten als in aantallen individuen. Foto’s van zweefvliegen vind je op https://www.mfnf.nl/zweefvliegen.html
Margreet Frowijn-Druijven
Natuurfotograaf en vrijwillig boswachter Natuurmonumenten
www.mfnf.nl
www.facebook.com/MFNF.Natuurfotografie
Klik op één van de afbeeldingen voor een vergroting.