Staartmees
Een bolletje met een staartje
Gepubliceerd: 4 december 2020
Het groepje blijft bijeen
Ik sta in de keuken op te ruimen en buiten regent het zachtjes. Het is een typische herfstdag en het is zelfs zo stil in huis dat ik de korte felle ’sisisi’ roepgeluiden die van buiten komen, goed kan horen. In de kale prunusboom naast ons huis zitten enkele staartmezen. Ze lijken te genieten van het zachte regenbuitje en intussen lekker hun veren te poetsen. Tijdens deze poetsbeurt blijven ze constant naar elkaar roepen. Wanneer er eentje klaar is met poetsen en weer verder vliegt blijven ze contact houden door middel van dezelfde roepgeluidjes. Ze blijven als groepje bijeen en wachten rustig tot de laatste zich weer heeft aangesloten bij de groep. Buiten het broedseizoen leven ze in deze rondtrekkende groepjes die vaak bestaan uit ongeveer 20 tot 60 staartmezen en regelmatig vliegen er in deze groepjes ook nog mezensoorten mee.
Opvallend vogeltje
Hoewel de naam staartmees doet vermoeden dat het familie van de pimpelmees en koolmees is, behoren ze niet hiertoe. Dit ongeveer 14 cm grootte zangvogeltje komt namelijk uit de familie van staartmezen, terwijl de pimpelmees en koolmees uit de familie van echte mezen komen. De staartmees is dankzij zijn zeer lange zwart met witte staart van 7 cm een opvallend vogeltje. Je kunt ze misschien wel het beste omschrijven als een bolletje met staart. Zijn kopje is wit met brede, zwarte wenkbrauwstrepen. Hun kleine lijfje is wit rozig en hij heeft een zwarte met bruine rug. Je vindt vaak ze in oudere parken met struikgewassen, in loof- en gemengde bossen en in je eigen achtertuin als je daar vetbolletjes heb opgehangen. Ze komen vrijwel nooit op de grond.
Lichtgewicht
De staartmezen in Nederland zijn voornamelijk standvogel, dit betekent dat ze in de winter meestal binnen hun eigen broedgebied rondtrekken. Soms is in oktober enige doortrek waarneembaar, maar dit gebeurt zelden. Omdat er op hun menu voornamelijk insecten staan, gebeurt het in een strenge winter vaak dat er vele staartmezen sterven. Insecten zijn in de winter nu eenmaal niet makkelijk te vinden. Dankzij hun geringe lichaamsgewicht van 7 tot 10 gram zijn ze gelukkig wel instaat om zelfs de allerdunste takjes af te zoeken.
Broeden
In de lente bouwt de staartmees laag in de struiken een nest van veren, spinrag, schors, mos en korstmossen. Dit nest is eivormig en heeft een ingang aan de voorzijde. In het nest legt het vrouwtje 8 tot 12 witte eieren. Door haar lange staart kan het vrouwtje niet gewoon op de eieren zitten. Ze past zich aan door haar staart over haar rug te leggen of haar staart te buigen. Het vrouwtje neemt het bebroeden van de eieren voor haar rekening. Na ongeveer 14 tot 18 dagen komen de eieren uit. Het mannetje en vrouwtje zorgen nu gezamenlijk voor de jongen, die na twee weken zullen uitvliegen. Staartmezen broeden meestal tweemaal per jaar.
Witkopstaartmees
In het noorden en het oosten van Europa leven er staartmezen waarbij de wenkbrauwstrepen ontbreken, hierdoor is hun hele kop wit . Deze vogeltjes zijn vooral in de winter ook in Nederland te zien en worden gerekend tot een aparte ondersoort. Vooral de laatste weken komen er diverse waarnemingen binnen van deze witkopstaartmezen. Helaas heb ik deze zelf nog niet gespot, maar ieder najaar en voorjaar wordt deze wel in het Zwanenwater gezien.
Vetbolletje
Wil je trouwens staartmezen en andere vogeltjes zien en ze tegelijkertijd de winter door helpen. Hang dan nu bolletjes vet op. Haal het plastic zakje er wel af zodat de vogeltjes hier niet in verstrikt raken of deze per ongeluk meenemen en het netje als zwerfafval in de natuur achterblijft.