Ooievaar
In de Noordkop geen veelgeziene gast
Gepubliceerd: 21 mei 2021
Zwevend
Al zwevende op de thermiek blijven ze daarboven hangen voordat ze weer verder vliegen. Hoewel ze zeker in het oosten van het land best algemeen zijn blijft het hier in de Noordkop toch een aparte en bijzondere verschijning, Ooievaars.
Uiver
De ooievaar, uiver of eiber is een grote vogel met een wit verenkleed. Hij heeft brede zweefvleugels met zwarte slagpennen. Zijn nek is lang en hij heeft een lange rode snavel en lange rode poten. Met zijn 100 tot 115 centimeter, een spanwijdte van 150 tot 170 cm is het zeker geen kleintje. Mannetjes wegen ongeveer 4,5 kg en vrouwtjes ongeveer 3,5 kg.
Rustig
Ze vliegen met recht gehouden vleugels en met hele rustige vleugelslagen. Hierbij zoveel mogelijk gebruik makende van de opstijgende warme lucht. Zijn gestrekte nek houdt hij horizontaal en ligt iets lager dan zijn lijf. De poten steken duidelijk voorbij zijn staart uit.
Alleseter
Rustende vind je ze boven op bomen of op gebouwen, daarbij vaak staande op één poot. Ooievaars foerageren bij slootkanten, in natte open gebieden en op graslanden. Ze eten amfibieën, reptielen, kleine zoogdieren zoals muizen, mollen, jonge ratten, jonge konijntjes grote insecten, wormen en soms vis en ook aas laat hij niet liggen. Wanneer hij foerageert, loopt hij met zijn snavel naar beneden gericht. Alles wat hij niet kan verteren komt er weer uit in de vorm van een braakbal.
Vaak op hetzelfde nest
Ze maken een nest met een diameter van 1,5 meter welke zich bevindt op een hoge plaats zoals een dakrand, schoorsteen, elektriciteitspaal of in een boomtop. Ze maken ook gebruik van kunstnesten. Ooievaars zijn heel trouw aan een nest en bouwen vaak vele jaren op dezelfde plaats door. Hierdoor kunnen de nesten wel 2,5 meter hoog worden.
Klepperen
Als twee ooievaars op hun nest zitten, verklaren ze elkaar hun liefde met spectaculair snavelgeklepper. Enkele dagen, maar soms ook enkele weken na het paren legt het vrouwtje 3 tot 5 eieren. De eieren zijn kalkwit of doorzichtig geel. Ze hebben geen tekening en worden in loop van broedseizoen bruin gewolkt. Ze zijn aanvankelijk niet glanzend, maar worden dit na verloop van tijd. Als het vrouwtje het tweede ei heeft gelegd begint ze al met broeden. Het mannetje en het vrouwtje broeden om beurten Na ongeveer 33 dagen komt het eerste ei uit. Gemiddeld overleven twee jongen per paartje.
Kilo’s eten
De slagpennen van de jongen zijn bruiner en hun snavel en poten zijn dof bruinrood. Het voedsel dat de ouders hun brengen bestaat vooral uit kikkers, kleine zoogdieren, insecten, regenwormen en visjes. De ouders braken het voedsel in het nest uit, waarna de jongen al het lekkers er uit mogen halen. Per dag zoeken ze ongeveer 4 kilo voedsel bij elkaar. Omgerekend komt dit aan het einde van het broedseizoen uit op 250 kilo.
Afrika
Rond de 43ste dag beginnen ze met vliegoefeningen en 14 dagen later verlaten ze al het nest. 10 weken later zijn ze zelfstandig en zijn ze gereed om in augustus mee te vliegen naar Afrika, een tocht van 12.000 km.
Hoewel er inmiddels in 2004 weer 500 broedparen waren en in 2018 zelfs rond de 1100 broedparen is het dus lange tijd niet goed gegaan met de ooievaars. In 1969 waren er nog maar 19 nesten over. Er is zelfs een tijd geweest dat er geen vrije ooievaars meer broeden in Nederland. Dat de ooievaar nu weer terug is als broedvogel is vooral te danken aan vrijwilligers, die een fokprogramma opstarten. Eén vijfde van deze ooievaars trekt niet meer naar het zuiden en blijft in de wintermaanden in Nederland. De ooievaars die wel in de wintermaanden naar het zuiden gaan trekken vooral via Spanje en maken gebruik van Gibraltar bij hun oversteek naar Afrika.
Margreet Frowijn-Druijven
Natuurfotograaf en vrijwillig boswachter Natuurmonumenten
www.mfnf.nl
Klik op één van de afbeeldingen voor een vergroting.