Nachtvlinder
Zwartevlekwinteruil of Kleine Voorjaarsspanner
Gepubliceerd: 22 januari 2021
Winterrust
De meeste nachtvlinders brengen de winter door als ei, rups of pop. De soorten die als volwassen vlinder de winter doorkomen hebben meestal een luw plekje uitgekozen om hun winterrust te houden. Er zijn echter in deze periode van het jaar ook nog steeds enkele nachtvlinder die actief zijn, zolang het tenminste niet te erg vriest. Zwartevlekwinteruil, wachtervlinder, Perentak, Kleine voorjaarsspanner en Kleine wintervlinder zijn de meest voorkomende soorten. Dit zijn tevens de soorten die op licht afkomen en hierdoor ook sneller te zien zijn. Zo kan het dus zijn dat, als je het buitenlicht ’s avonds hebt aangelaten, je de volgende morgen verrast wordt door verschillende nachtvlinders naast je voordeur.
Door zijn goede schutkleur viel het mij niet direct op, die avond was er een mannetje Kleine wintervlinder naast de voordeur komen zitten. Kleine wintervlinders komen algemeen voor in Nederland. Je vindt ze in bosrijke gebieden zoals tuinen, parken en loofbossen.
Spanner
Het zijn onopvallende kleine spanners, die je dus ook heel gemakkelijk over het hoofd ziet. De mannetjes zijn ongeveer 12 tot 16 mm lang met een spanwijdte van ongeveer 28 tot 33 mm. Het is ook een vaak lastig te herkennen spanner. Hoewel sommige mooi getekend zijn met bruinige vlekjes op een grijsbruine ondergrond en een donkere middenband, hebben de meeste een onopvallende grijsbruine ondergrond, en zijn ze bijna ongetekend. De bruine achtervleugels zijn lichter en meer effen gekleurd. Vaak tref je deze nachtvlinder ook aan met beide vleugels opgeklapt, herkenning is dan extra moeilijk.
Rupsen en Mezen
De vrouwtjes zijn vleugelloos en hebben alleen halfontwikkelde vleugelstompjes. De vrouwtjes kunnen dus ook niet vliegen. Ze zitten op takken en boomstammen en kruipen hier rond totdat er een mannetje langskomt om ze te bevruchten. Het mannetje neemt het vrouwtje vaak vliegend mee, tijdens deze paring. Na de bevruchting legt ze haar eitjes op een bladknop of twijgje. De rupsen zijn niet echt kieskeurig qua waardplant. Eik, wilg, berk, meidoorn, esdoorn, lijsterbes en populier staan o.a. op hun menu. Al lijkt de eik wel zijn favoriete waardplant. De eitjes overwinteren, om vervolgens in april uit te komen. Deze rupsen zijn een heel belangrijke voedselbron voor mezen en anderen rupsenetende vogels. Doordat het de laatste jaren warmer werd, kwamen de rupsen al uit het ei, voordat er verse bladgroene bladeren aan de bomen of struiken zaten. De kleine wintervlinder is er na een aantal jaren in geslaagd om bij deze warmere temperaturen, later uit het ei te komen. De rups heeft hierdoor te eten en ook de mezen zijn hun belangrijke voedselbron niet kwijt.
Vervellen
De rupsen van de Kleine wintervlinder zijn groen met een donkergroene streep op de rug en drie geelgroene streepjes op de flanken. De kop is groen met soms iets bruinige vlekken. Hij wordt ongeveer 20 mm lang. Wanneer hij een aantal keer is verveld, is het inmiddels half juni, hij laat zich nu aan een zelf gemaakt draadje afzakken naar de grond om zich vervolgens in te spinnen in een stevige cocon. Vanaf oktober komt hij hier weer uit. Als volwassen nachtvlinder eet hij, net zoals vele andere nachtvlinders niet .
Overleven
De mannetjes zie je vaak na de eerste nachtvorsten vliegen en dan voornamelijk tijdens de vochtige en nevelige avondschemering, wanneer de temperatuur net boven de 0 graden is. Hij wordt aangetrokken door het licht van lantaarnpalen, verlichte ramen, buitenlampen en koplampen van auto´s. Als je van oktober tot december een grijzige nachtvlinder in het licht van de koplamp ziet fladderen, dan is dat vaak deze spanner. Tijdens zachte winters vliegt deze nachtvlinder zelfs nog tot in januari of februari door. Bij strenge vorst zie je ze nauwelijks, er wordt dan gerust.
Ook een nachtvlinder gezien? Op mijn pagina staan vele soort nachtvlinder. https://www.mfnf.nl/nachtvlinder.html