Eeuwenoude duikersluis
Zomaar verscholen in het groen bij Burghorn
Gepubliceerd: 8 november 2023
Als je het niet weet dan zie je het niet
Ter hoogte van recreatiepark Burghorn, in een flauwe bocht in een middeleeuws deel van de Westfriese Omringdijk, ligt verscholen in het groen een duikersluis. Het oogt er tamelijk vredig, maar eeuwenlang maakten de polder Burghorn en de Schagerkogge ruzie vanwege de wateroverlast die het sluisje soms veroorzaakte.
De monumentale sluis dateert van 1739, maar de geschiedenis ervan reikt terug tot in de 15de eeuw. Toen werd op deze plek al een duikersluis aangelegd, essentieel om de nieuwe polder Burghorn af te kunnen wateren. Via de sloten van de Schagerkogge, dat bestond uit Schagen en het omringende platteland, werd het overtollige water afgevoerd. Het stroomde dan naar Kolhorn, waar het werd gespuid op de Zuiderzee.
Vorming van de Zijpe en het Schagerwiel
In de loop van de 13de eeuw verzwolg de zee veel land en kreeg achter de duinen van Callantsoog de grote zeearm van de Zijpe vorm. Om het oprukkende zeewater te keren, werd de Valkkogerdijk aangelegd, die in een scherpe hoek aansloot op de Oudedijk. Tijdens stormen bleef dit echter een zwakke plek in de Westfriese Omringdijk. In 1421 brak de Oudedijk door en ontstond erachter een groot meer, het Schagerwiel.
De zee dreigde hier door te breken naar de Heerhugowaard en de daarmee in verbinding staande kleinere meren. Vandaar dat de graaf van Holland al in 1388 de Zijpe wilde bedijken. Ondertussen slibde de hoek tussen de Valkkogerdijk en de Oudedijk op tot een kwelder. Omwonenden lieten er in de zomer vee grazen, raapten eieren en jaagden op vogels. Dit bracht de heer van Schagen, Willem van Beieren (1387/9-1473) ertoe om de kwelder te bedijken. Hij was een oom van de graaf en een invloedrijk edelman.
Rijke Hollanders investeerde in bedijking
In 1457 kreeg hij hiervoor grafelijke toestemming. Hij vond rijke Hollanders bereid om te investeren in de bedijking, die in 1462 werd voltooid. De graaf bepaalde dat het Westfriese achterland, waaronder de Schagerkogge, het onderhoud diende te betalen van de dijk waarmee de kwelder werd afgedamd. In 1463 regelde heer Willem de afwatering via het sluisje in de Oudedijk. Lozen op de Zijpe ging helaas niet. Die was te hoog opgeslibd en bovendien klonk de polderbodem snel in.
De Hale
Het sluisje werd aangelegd vlakbij een verhoging in het landschap genaamd de Hale. Via de sloten van de Schagerkogge werd het water naar Kolhorn geleid. Het hoofddoel van de sluis was en bleef uitwatering, maar natuurlijk kon hier ook goed op paling worden gevist. De polder werd een heerlijkheid die Willem van Schagen aan een zoon schonk. De heer van Burghorn verdiende goed aan de palingvangst.
Dure windwatermolen ter ondersteuning
In de eerste jaren was de zwaartekracht genoeg om de ruim 265 hectare grote polder af te wateren, maar al snel kwam het polderland lager te liggen dan het land van de Schagerkogge. De landeigenaren van Burghorn investeerden daarom in 1467 in een dure windwatermolen. De Schagenaren waren niet blij met al dat water, maar Schagen mocht de sluis alleen dicht houden als Burghorn overstroomde, om te voorkomen dat de landerijen verziltten door zeewater.
Het sluisje bleef oorzaak van conflict
In 1509 werd de polder getroffen door een rampzalige stormvloed en de heer van Schagen liet de sluis inderdaad snel dichtgooien. Dat leidde tot een geweldige familieruzie en een rechtszaak met de heer van Burghorn. De heren legden het weer bij, maar de waterafvoer bleef voor moeilijkheden zorgen. De Zijpe werd drooggemaakt in de 16de eeuw, maar daar was het land ook veel hoger dan in Burghorn. Het water moest dan ook nog steeds door de Schagerkogge naar Kolhorn.
Rond 1625 leidde maaivelddaling in de Schagerkogge ertoe dat Burghorn geleidelijk hoger kwam te liggen. Nadat de Schagerkogge zelf molens had gebouwd, sloten de twee waterschappen in 1738 een overeenkomst. De Schagerkogge nam tegen een jaarlijkse betaling van 100 gulden de polderbemaling over. Niet lang daarna werd de Burghornmolen verkocht en de huidige, uit één sluiskoker bestaande, duikersluis werd in 1739 aangelegd. De duiker heeft een boogvormig tongewelf en kan worden afgesloten met een schuif, open en dicht te draaien met een windwerk.
De geschillen woekerden tot in de 20ste eeuw
Geschillen over het in- en uitlaten van water tussen beide polders bleven voortwoekeren tot 1902, toen er een bevredigende oplossing werd gevonden. In de jaren 2015-2017 werd de duikersluis gerestaureerd door het hoogheemraadschap. De verrotte houten leuningen werden toen vervangen door gietijzeren balusters. Ondanks deze vernieuwing bekroonde de Stichting Historische Sluizen en Stuwen in Nederland deze restauratie in 2017 met een gedeelde derde Sluizenprijs. De duikersluis geldt als een tamelijk uniek type.
Bron: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Foto: Henk Looijensteijn